قَالُوا أَجِئْتَنَا لِتَلْفِتَنَا عَمَّا وَجَدْنَا عَلَيْهِ آبَاءَنَا وَتَكُونَ لَكُمَا الْكِبْرِيَاءُ فِي الْأَرْضِ وَمَا نَحْنُ لَكُمَا بِمُؤْمِنِينَ
Keyzer
Zij zeiden: Zijt gij tot ons gekomen om ons af te leiden van den godsdienst, welken wij onze vaderen zagen beoefenen, opdat gij beiden het bevel over het land zoudt kunnen voeren? Maar wij gelooven u niet.
Leemhuis
Zij zeiden: "Ben jij tot ons gekomen om ons daarvan af te brengen waarvan wij gemerkt hebben dat onze vaderen eraan gewoon waren en opdat de hoogste macht in het land voor jullie beiden zal zijn? Maar wij hechten aan jullie geen geloof."
Siregar
Zij zeiden. "Ben jij tot ons gekomen om ons af te brengen van dat (pad van de afgoderij) waarop wij onze vaderen aantroffen en opdat de macht op aarde voor jullie (Môesa en Hârôen) zou zijn? Maar wij geloven jullie niet."
: