الَّذِينَ آتَيْنَاهُمُ الْكِتَابَ يَتْلُونَهُ حَقَّ تِلَاوَتِهِ أُولَٰئِكَ يُؤْمِنُونَ بِهِ ۗ وَمَنْ يَكْفُرْ بِهِ فَأُولَٰئِكَ هُمُ الْخَاسِرُونَ
Keyzer
Zij wie wij de schrift hebben gegeven en die haar lezen, zooals zij gelezen moet worden, gelooven er aan; die welke er echter niet in gelooven, storten zich in de ellende.
Leemhuis
Zij aan wie Wij het boek hebben gegeven lezen het op de juiste manier voor; dat zijn zij die erin geloven. Wie er niet in geloven, dat zijn zij die de verliezers zijn.
Siregar
Degenen aan wie Wij de Schrift hebben gegeven lezen het op de juiste manier voor, zij zijn degenen die erin geloven. En degenen die er niet in geloven: zij zijn de verliezers.
: