لُعِنَ الَّذِينَ كَفَرُوا مِنْ بَنِي إِسْرَائِيلَ عَلَىٰ لِسَانِ دَاوُودَ وَعِيسَى ابْنِ مَرْيَمَ ۚ ذَٰلِكَ بِمَا عَصَوْا وَكَانُوا يَعْتَدُونَ
Keyzer
Zij, die onder de kinderen Israëls niet geloofden, werden door de tong van David en door die van Jezus, den zoon van Maria, gevloekt, omdat zij oproerig en verdorven waren;
Leemhuis
Die Israëlieten die ongelovig waren zijn vervloekt bij monde van Dawoed en 'Isa, de zoon van Marjam. Dat was omdat zij opstandig en vijandig waren.
Siregar
Vervloekt waren degenen die ongelovig waren van de Kinderen van Israel, door de tong(en) van Dâwôed en 'Îsa, de zoon van Maryam. Dit was omdat zij ongehoorzaam waren en (de wet) plachten te overtreden.