مَثَلُ الَّذِينَ حُمِّلُوا التَّوْرَاةَ ثُمَّ لَمْ يَحْمِلُوهَا كَمَثَلِ الْحِمَارِ يَحْمِلُ أَسْفَارًا ۚ بِئْسَ مَثَلُ الْقَوْمِ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِ اللَّهِ ۚ وَاللَّهُ لَا يَهْدِي الْقَوْمَ الظَّالِمِينَ
Keyzer
De gelijkenis van hen, die belast waren, de wet in acht te nemen, en deze niet in acht namen, is als de gelijkenis van een ezel met boeken beladen. Hoe laag is de gelijkenis van het volk, dat de teekenen van God van valschheid beschuldigde. God leidt de onrechtvaardigen niet.
Leemhuis
Zij aan wie de Taura is opgelegd en die het daarna toch niet konden dragen lijken bijvoorbeeld op een ezel die boeken draagt. Het voorbeeld van de mensen die Gods tekenen loochenen dat is pas slecht. God wijst de mensen die onrecht plegen de goede richting niet.
Siregar
De gelijkenis van degenen aan wie de Taurât is opgedragen en zich er vervolgens niet aan houden, is als de gelijkenis van een ezel die boeken draagt. Slecht is de gelijkenis van het volk dat de Verzen van Allah loochent. En Allah leidt het onrechtplegende volk niet.
: