وَمَا نَقَمُوا مِنْهُمْ إِلَّا أَنْ يُؤْمِنُوا بِاللَّهِ الْعَزِيزِ الْحَمِيدِ
Keyzer
En zij bedroefden hen om geene andere reden, dan omdat zij in den machtigen, den glorierijken God geloofden.
Leemhuis
Zij koesterden alleen maar wrok tegen hen omdat zij geloofden in God, de machtige, de lofwaardige,
Siregar
En zij wreekten zich alleen op hen omdat zij geloofden in Allah, de Geweldige, de Geprezene.