وَأَمَّا الَّذِينَ فِي قُلُوبِهِمْ مَرَضٌ فَزَادَتْهُمْ رِجْسًا إِلَىٰ رِجْسِهِمْ وَمَاتُوا وَهُمْ كَافِرُونَ
Keyzer
Maar bij hen, wier harten gebrekkig zijn, zal de tegenwoordige twijfel nog vermeerderd worden, en zij zullen in hun ongeloof sterven.
Leemhuis
En zij die in hun harten een ziekte hebben, zij worden erdoor tot een nog grotere gruwel dan zij al zijn en zij sterven als ongelovigen.
Siregar
En wat degenen in wiens hart een ziekte is betreft: bij hen stapelt dit (nieuw) ongeloof op hun ongeloof en zij sterven terwijl zij ongelovigen zijn.