فَلَا تُعْجِبْكَ أَمْوَالُهُمْ وَلَا أَوْلَادُهُمْ ۚ إِنَّمَا يُرِيدُ اللَّهُ لِيُعَذِّبَهُمْ بِهَا فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَتَزْهَقَ أَنْفُسُهُمْ وَهُمْ كَافِرُونَ
Keyzer
Laten hunne rijkdommen of hunne kinderen u dus niet verwonderen. Waarlijk, God wil hen slechts door die zaken op deze wereld straffen, en dat hunne zielen hen verlaten, tijdens zij ongeloovigen zijn.
Leemhuis
Jij hoeft je niet te verwonderen over hun bezittingen noch over hun kinderen. God wenst hen daarmee in het tegenwoordige leven slechts te bestraffen en [wil] dat zijzelf als ongelovigen aan hun einde komen.
Siregar
Laat daarom hen bezittingen en hun kinderen geen (goede) indruk op jou maken. Allah wil ben slechts daarmee bestraffen in het wereldse leven en dat hun zielen weggaan terwijl zij ongelovigen zijn.
: