لَٰكِنِ الرَّسُولُ وَالَّذِينَ آمَنُوا مَعَهُ جَاهَدُوا بِأَمْوَالِهِمْ وَأَنْفُسِهِمْ ۚ وَأُولَٰئِكَ لَهُمُ الْخَيْرَاتُ ۖ وَأُولَٰئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ
Keyzer
Maar de gezant en zij die met hem hebben geloofd, wagen hunne bezittingen en hun leven om God te dienen; zij zullen de geneugten van het volgende leven smaken en gelukkig zijn.
Leemhuis
Maar de gezant en zij die met hem geloven zetten zich met hun bezittingen en hun persoon in. Zij zijn het voor wie de goede dingen zijn en zij zijn het die het welgaat.
Siregar
Maar de Boodschapper en degenen die met hem geloven, zij strijden met hun bezittingen en hun levens. En nj zijn degenen voor wie er de goede dingen zijn, en zij zijn degenen die de welslagenden zijn.
: