وَمَا تَفَرَّقَ الَّذِينَ أُوتُوا الْكِتَابَ إِلَّا مِنْ بَعْدِ مَا جَاءَتْهُمُ الْبَيِّنَةُ
Keyzer
Nimmer waren zij, aan welke de schriften werden gegeven, onder elkander verdeeld, dan nadat het duidelijke teeken tot hen was gekomen.
Leemhuis
Zij aan wie het boek gegeven is hebben zich pas nadat het duidelijke bewijs tot hen gekomen was opgesplitst.
Siregar
En degenen aan wie het Boek is gegeven splitsten zich pas op nadat het duidelijke bewijs tot hen gekomen was.
: