الَّذِينَ آتَيْنَاهُمُ الْكِتَابَ يَعْرِفُونَهُ كَمَا يَعْرِفُونَ أَبْنَاءَهُمْ ۖ وَإِنَّ فَرِيقًا مِنْهُمْ لَيَكْتُمُونَ الْحَقَّ وَهُمْ يَعْلَمُونَ
Keyzer
Zij die de schrift bezitten, kennen hem (onzen apostel), zoo goed als zij hunne eigen kinderen kennen, maar velen van hen verbergen de waarheid tegen hun beter weten aan.
Leemhuis
Zij aan wie Wij het boek gegeven hebben kennen het zoals zij hun zonen kennen. Een groep van hen verbergt echter de waarheid willens en wetens.
Siregar
Degenen aan wie Wij de Schrift hebben gegeven, kennen hem (Moehammad) zoals zij hun zonen kennen, en voorwaar, een groep onder hen verbergt zeker de Waarheid, terwijl zij (die) kennen.
: